Uit Musch, p. 493:
Amsterdam had van de aanval geleerd en verbeterde de verdediging van de stad. In het IJ werden twee blokhuizen gebouwd die een aanval over het water moesten tegenhouden. Na een paar jaar besloot de Vroedschap de verdedigingswerken weer af te breken: de handelsschepen hadden er te veel last van. [Musch. p. 493]
Ik kreeg een mail van de heer De Graaff. Hij schreef:
Ik heb uw boek “Musch” met veel genoegen gelezen. In het Naschrift kwam ik op blz. 493 een foutje tegen. De befaamde ‘blokhuizen’ van Stalpaert die maar enkele jaren dienst hebben gedaan, zijn niet in het IJ maar in de Amstel gebouwd ter hoogte van de Hoge Sluis. Zie twee schilderijen van Hendrick Dubbels (1654) en Reinier Nooms (1654). De Amstel werd na de geplande invasie door Willem II en z’n neef als een groot gat in de verdediging beschouwd. [Mail 03-12-2018]
Mijnheer De Graaff heeft (uiteraard) gelijk. Als je de beschrijving van het genoemde schilderij van Dubbels bekijkt, staat er bij de omschrijving:
In de Amstel gebouwd na de aanslag op Amsterdam in 1651, op de plaats waar nu de Hoge Sluis ligt. Ze verrezen onder toezicht van Jan Heimanszoon Koek; stonden op zware eikenhouten palen en bevatten geschutspoorten met valdeuren. werden in 1654 afgebroken.
De heer De Graaff heeft helemaal gelijk. Om de een of andere reden heb ik het IJ geschreven in plaats van de Amstel. Ik vermoed dat ik de blokhuizen in mijn hoofd gelokaliseerd had ter hoogte van het huidige Centraal Station van Amsterdam, maar dat was fout. De blokhuizen stonden op de plek waar nu de negentiende-eeuwse basculebrug over de Amstel in het verlengde van de Sarphatistraat ligt. In de vierde druk zal de fout verbeterd worden. Dank u wel, De Graaff!