Zondag 31 juli 1650 werden zes regenten, allen leden van de Staten van Holland, onder begeleiding van 150 soldaten naar de staatsgevangenis in Loevestein vervoerd. Men vertrok vanaf het Binnenhof, in twee koetsen, en kwam maandagavond 1 augustus aan op de eindbestemming. De pensionaris van Hoorn, de heer Nanning Keyser, beschreef de reis in een memorie die hij een jaar later op schrift stelde.
Ik ontving deze mail:
Beste Jean-Marc,
Zelden – ik denk nog nooit – las ik zo’n dikke pil zo snel en met zo veel plezier uit. Ik kreeg Musch afgelopen zaterdag cadeau, begon er zondag in te lezen en had het gisteren uit. Dat was een feest! Complimenten voor dit knappe en zeer vermakelijke boek.
Op historische onzorgvuldigheden heb ik je niet kunnen betrappen en op tikfouten evenmin. Wel wil ik je, met het oog op ongetwijfeld vele extra drukken, graag wijzen op een topografische omissie.
De route die de zes arrestanten op 1 augustus 1650 van het Haagse Binnenhof (mijn huidige werkterrein) naar Loevestein afleggen, heb je keurig op de kaart voorin ingetekend:
Maar de omschrijving ervan in hoofdstuk 38 klopt niet.
Nanning Keyser beschrijft de route daarin als volgt:
Den Haag-Leidschendam-door de venen-langs de Rijn naar Bodegraven
De Lek-Vianen-Montfoort-het Spijk-Linge-de Waal-Slot Loevestein.
Oorspronkelijk afkomstig uit het Groene Hart, uit een ander dorpje aan de Lek, voelde ik dat dát niet kon kloppen. Ik moest op de kaart spieken hoe het precies zit. Google Maps biedt uitkomst: je lijkt Vianen en Montfoort te hebben omgedraaid.
Ik verheug me op de volgende twee delen van deze trilogie.
En wens je veel succes met de voltooiing daarvan!
Hartelijke groet,
Philip de Witt Wijnen,
Financieel politiek redacteur
NRC Handelsblad
Ik antwoordde per kerende mail:
Ha Philip,
Dank je wel voor mooie woorden. Het is leuk om te lezen dat iemand er plezier aan beleeft. Ik heb er zelf ook veel plezier aan beleefd en als dat is overgebracht is dat al een hele winst.
Bedankt ook voor je uitvoerige mail. De route gaf mij ook problemen. Het kaartje klopt niet helemaal, volgens mij. Jouw googlemaps -weergave is beter. Ik heb ooit de route (per auto) nagereisd en heb toen ook gezien dat er iets niet klopte aan de omschrijving van Nanning Keyser.
Maar Keyser schrijft met eigen woorden:
Men reed ons door den Leytsen dam, door de venen, den Rijn langhs, tot Bodegrave, eyntlijck na de Leck, daer sy haer wagens affdancten. Tot Vianen hielden wy stal, totdat de paerden ende ’t volck over waren; men reeds ons voorby Montfoort na het Spijck, daer wy weder met een pont overgeset wierden. De vrou van ’t Spijck had daer haer vermaeck, aen de coetsen de kannen wijn te presenteren. By ’t veer over Loevesteyn was weder een croeghsken, daerin men ons bracht totdat de ponten gereet waren
[Hier de gehele tekst: http://www.dbnl.org/tekst/_bij005189701_01/_bij005189701_01_0008.php]
Ik heb het zo vertaald:
Men had ons in de koetsen gevoerd via Leidschendam, door de venen, langs de Rijn, tot Bodegraven, waarna we bij de Lek kwamen, waar de paarden werden ververst. Bij Vianen hielden we stil, wachtend tot de paarden en het volk overgezet waren. Men reed ons vervolgens voorbij Montfoort naar het Spijk, waar we weer met een pont de Linge overstaken. De vrouw van het wachthuis bij het Spijk had er plezier in om de soldaten kannen wijn te presenteren. Wij kregen niets aangeboden. Bij het veer naar Loevestein was weer een kroegje, waarin men ons onderbracht om te wachten tot de pont gereed was
Misschien dat ik soms wat vrij ben geweest in het vertalen (‘Tot Vianen’ / ‘bij Vianen’ en ‘stal houden’ is wellicht iets anders dan ‘stil houden’), maar in mijn overtuiging zegt Keyser toch echt wat ik vertaald heb. Daarom: niet ik, maar Nanning Keyser heeft de volgorde omgedraaid. Niet gek: hij was pensionaris van Hoorn en schreef dit meer dan een jaar ná het voorval (juni 1651).
Toch: ik had het stilzwijgend kunnen verbeteren. Ik heb tenslotte zo nu en dan andere zaken wel veranderd. En ook dingen toegevoegd. In dit stukje heb ik bijvoorbeeld het zinnetje ‘Wij kregen niets aangeboden’ toegevoegd. Dit heb ik gedaan omdat ik vrij zeker weet dat hij dat bedoelde.
De opsomming van deze plaatsen moet voor de luisteraar namelijk een andere connotatie hebben gehad dan voor ons. Vianen was een vrijstaat (waar de heer Wolfert van Brederode Heer van was: het viel buiten de jurisdictie van het Gewest Holland) en het Spijk behoorde aan Sommelsdijk Van Aerssen. De tijdgenoot zal dat destijds geweten hebben wat Keyser bedoelde: we werden mogelijk buiten de grenzen van Holland gebracht (waardoor men andere rechters zou kunnen krijgen) én ze reden door ‘vijandelijk’ gebied. Bewoners waren hen niet goed gezind, dus ontsnappen had geen zin.
Omdat ik dat soort dingen niet wil uitleggen in het boek (het zou twee keer zo dik worden), heb ik maar besloten om mij zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke teksten te houden. Ik dacht: er is toch niemand die het exact gaat bekijken. Quod Non. Ik had natuurlijk buiten de adequaatheid van NRC-redacteuren gerekend.
Ik had mijn mail nog niet neergelegd of ik besefte dat Nanning Keyser waarschijnlijk Meerkerk heeft verward met Montfoort. De omissie kan gelukkig goed gemaakt worden: in de tweede druk zal ik Montfoort vervangen door Meerkerk. Zo wordt Nanning Keyser na 367 jaar toch nog gecorrigeerd door een NRC-redacteur.
(14-06-’18)