Ga naar inhoud
Johan de Witt
Menu
  • Over Johandewitt.nl
    • ANBI
  • Podcasts
    • Johan de Witt en het Rampjaar (luisterboek)
    • De grand tour van Johan en Cornelis de Witt
    • Jaap over Johan
    • Kwadratuur van de cirkel
    • Nederlandse gezantenwoningen in Parijs
    • Vaderland en patriotten
    • Werken aan De Witt
    • Hoe klonk Johan de Witt?
    • Johan de Witt en het Rampjaar bij Golfbreker Radio
  • Personen
    • Rond Johan de Witt
    • Rond prins Willem II
    • Rond Cornelis Musch
  • Kaarten
  • Literatuur
    • Literatuur rond Johan de Witt
    • Literatuur rond prins Willem II
    • Literatuur rond Cornelis Musch
    • Literatuur rond graaf Willem Frederik
  • Database
  • Links
  • Minuten Johan de Witt
    • Minuten van de uitgaande brieven van Johan de Witt januari t/m juni 1672
    • Minuten van de uitgaande brieven van Johan de Witt aan Cornelis de Witt januari t/m juni 1672
    • Minuten van de uitgaande brieven van Johan de Witt aan Hiëronymus van Beverningk april t/m juni 1672
  • Interviews
  • Recensies
Menu

De doodsstuipen van een mus

Gepubliceerd op 15 april 201815 mei 2018 door JMvT

Als u dit leest, ben ik dood. Mijn einde is onvermijdelijk. Wanneer ik de laatste zin van dit gedenkschrift geschreven heb, leg ik mijn pen neer – voor eeuwig – en begeef me naar zolder. Daar pak ik een stoel, ga erop staan, doe de strop om mijn nek en zal ik mezelf verhangen. Mijn vijanden zullen eindelijk krijgen waar ze al die jaren om smeekten: de doodsstuipen van een mus.

(Musch, hfdst. 1)

‘De doodsstuipen van een mus’ waar Cornelis Musch in zijn gedenkschrift aan refereert hebben echt bestaan. Ze zagen in 1646 het licht als een anoniem blauwboekje. Dit pamflet van 8 pagina’s geeft op rijm beeldend weer hoe er in 1646 over de beruchte griffier der Staten-Generaal werd gedacht. Een complete online-versie staat hier.

Wat opvalt is de hoge kwaliteit van het werkje.

Ick pas op geen geschreeu van ’t algemene volck,
Dat vloeckent my verwijst nae d’onder-aertsche Colck.

[Mij deert het gemekker van het gewone volk niet,
Dat mij vloekend het liefst in de onderaardse kolk ziet.]

…waarna een opsomming volgt van alle kwalijke praktijken en schraapzucht van de ‘GRIJP-FIER’. Waarbij ook zijn schoonvader, Jacob Cats, er ongenadig van langs krijgt:

Is niet mijn Vader Cats in ’t winnen en in ’t schrapen,
Met Rijmen, Boeck op Boeck, geduurich inde wapen,
Hij ijvert soo daer in, jae, kon hij selfs drucken,
‘T broot sou hij uijt de mont van ander Druckers rucken,
Leet is ’t hem dat een mensch een stuijver aen hem wint,
De wijste van ’t Lant sijn die doer Baetsucht blint?

[Is mijn schoonvader Cats ook niet aldoor op zoek
naar verdiensten met zijn gerijm, boek na boek,
Hij is daar zo mee bezig, ja, kon hij ze zelf drukken,
Hij zou het brood uit de mond van drukkers rukken.
Het kwetst hem als iemand een stuiver aan hem wint,
De wijsten van het land, zijn die door hebzucht blind?]

Of er veel tegen deze baatzucht gedaan kan worden, betwijfelt de onbekende poëet:

En ondertusschen blijf ick Heer van al mijn goet.
En ’t volck wort met de praet in ijdelheid gevoet.

[En ondertussen blijf ik meester van mijn goed
terwijl het volk met lege praatjes wordt gevoed.]

(Vertaling van JMvT.)

Wie deze woorden heeft geschreven? Dat is onbekend, maar ik hoop altijd dat het onze grootste Nederlandse dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel (1587-1679) is geweest. Dat hij geen fan was van Cornelis Musch moge blijken uit het hekeldicht dat Vondel na de dood van Cornelis Musch schreef:

Hier leît de Hofmusch nu en rot.
Zij broeide slangen in haar pot,
Leicesters en Ducdalfs gebroed;
Zij scheet de Vrijheid op den hoed,
De grootste steden op het hoofde;
Zij schon en at het lekkerst ooft,
En pikte, zonder schrik en schroom,
De rijpste kansen op den boom;
Zij vreesde kluitboog, spat, noch knip;
Den molik kende ze op een trip;
Zij vloog den Baas van zijne hand,
En speelde met de macht van ’t land;
Zij borst aan eene spinnekop,
Terwijl ze drank, en sprak: dit sop
Bekomt mij zeker niets te wel;
De rest geeft Aertsen een Capell’!

[Bron: online hier]

Joost van den Vondel (1587-1679).

Ik kan niet wachten tot auteursherkenningssoftware wordt losgelaten op de tekst en de anonieme auteur ontmaskerd wordt.

Recente berichten

  • Nieuwjaarswensen van Johan de Witt
  • Stagiair(e)s gezocht
  • Johan de Witt, de ideale hoveling?
  • Luisterboek Johan de Witt en het Rampjaar
  • 20 augustus 1672, moord op Johan en Cornelis de Witt
  • Een snood plannetje van Johan de Witt (6 juli 1666)
  • Michiel de Ruyter condoleert Johan de Witt
  • Presentatie bloemlezing Johan de Witt en het Rampjaar: 9 april, Nationaal Archief Den Haag
  • De Witts brieven aan Maria van Berckel ‘Vrouwekracht’
  • Brand in El Escorial

Archieven

  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • augustus 2022
  • juni 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juni 2019
  • april 2019
  • februari 2019
  • december 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018

Categorieën

  • Achtergronden bij boek Musch
  • Brieven
  • Geen categorie
  • hfdst_00_voorwoord
  • hfdst_01
  • hfdst_02
  • hfdst_03
  • hfdst_04
  • hfdst_05
  • hfdst_18
  • hfdts_88_naschrift
  • Hoofdstukken
  • Nieuws
  • Personen