Nadat Cornelis de Witt op 25 juli 1672 gevangen was gezet op beschuldiging van het beramen van een moord op Willem III, zocht Johan de Witt daarover briefcontact met diens echtgenote, Maria van Berckel. Hij had zich op de zaak gestort en had hoop op een gunstige uitkomst. Vijf brieven daarover van Johan aan Maria…
Brand in El Escorial
Op 7 juni 1671 brak in El Escorial, het abdij-mausoleum complex dat de Spaanse koning Filips II als laatste rustplaats voor zijn vader Karel V had laten bouwen, een verwoestende brand uit. Hoewel de koninklijke appartementen, de hoofdbibliotheek en de kerk gered konden worden, gingen veel kostbare documenten verloren tijdens de brand, die pas vele…
Op de radio over Johan de Witt en het Rampjaar
Op vrijdag 4 maart 2022 was Jean-Marc van Tol bij Humberto bij NPORadio 1 te gast om te vertellen over de bloemlezing Johan de Witt en het Rampjaar die onlangs is verschenen. Bekijk het fragment hier terug. Op 5 maart sprak Jean-Marc op Golfbreker radio met Roel Mulder wat uitgebreider over hetzelfde onderwerp.
Nepnieuws en desinformatie in Rampjaar 1672
Ooit waren oorlogen eenvoudig: twee krijgsheren zochten een plek uit waar ze hun krijgers elkaar de hersens in lieten slaan, terwijl ze zelf van een heuveltje toekeken. Het leger dat het het langst volhield werd uitgeroepen tot winnaar en veroverde daarmee voor de krijgsheer lijf en goed van de verliezer. In de loop der eeuwen…
De zwager van De Witt
Pieter de Graeff (1638-1707), vrijheer van Zuid-Polsbroek en heer van Purmerland en Ilpendam, was een zwager van Johan de Witt. Zijn echtgenote Jacoba Bicker was een zus van Wendela Bicker, die was gehuwd met De Witt. Naast hun familieband deelden de twee mannen ook een hechte vriendschap. De Graeff vormde bovendien een belangrijk Amsterdams aanspreekpunt…
Concurrentie in het postsysteem
Als raadpensionaris schreef en ontving Johan de Witt bijzonder veel brieven. Tussen de vele vergaderingen door las en beantwoordde hij ze. Hiervoor was een goed postsysteem essentieel, zodat hij zo efficiënt mogelijk op de hoogte werd gehouden van de politieke situatie in zowel binnen- als buitenland. Met name voor zijn buitenlandse correspondentie draaide het om…
Leuren met lichamen. De begrafenissen van Willem Boreel en Jacoba Carel
‘Godt de Heer heeft gelieft mij op gisteren 14 ’s avons ontrekken mijne lieve Huijsvrouw, der nu in gloria is. Echter Godt sal mij troosten’. Met dit bericht sloot Willem Boreel, Staats ambassadeur in Frankrijk, de brief af die hij op 15 juni 1657 verstuurde aan raadpensionaris Johan de Witt.[1] Deze droevige boodschap had betrekking…
De som is meer dan het geheel der delen
Nu de bloemlezing Johan de Witt en het Rampjaar is verschenen, wordt het tijd de mensen achter de schermen in het zonnetje te zetten. Dankzij hen immers is dit boek tot stand gekomen. De leden van het projectteam, dat bestaat uit (ex-)stagiaires en gastonderzoekers, hebben voor de bundel ieder een brief getranscribeerd, toegelicht, geannoteerd en…
Rooie oortjes in de Republiek. De sodomitische sultan
Tussen 1668 en 1682 was Justinus Coljer de Nederlandse resident in het Ottomaanse Rijk.[1] Tijdens zijn verblijf in het sultanaat moest hij namens de Republiek der Verenigde Nederlanden onderhandelen over nieuwe handelsakkoorden en de Nederlandse belangen beschermen. Op 23 oktober 1667 vertrok hij vanaf Texel, waarna hij op 12 april 1668 zijn eerste voetstappen op…
De commandeur van Buren
Op 29 januari 1638 ontvangt Constantijn Huygens uit Parijs een noodkreet van de 14-jarige commandeur van Buren over zijn lievelingsleraar: ‘Neem hem niet van me af, ik hou van hem, wat heeft het voor zin hem te ontslaan zo vlak voor mijn vertrek!’ Frederik van Nassau-Zuylestein komt in 1624 ter wereld als buitenechtelijk kind van…