In aansluiting op de Omroep Max-documentaire over de Grand Tour van de gebroeders Johan en Cornelis de Witt die zij als jongemannen ondernamen, volgt het Johan de Witt team een gedeelte van de reis die niet in de documentaire is opgenomen. Tijdens een driedaagse reis van 6 t/m 8 september 2024 reconstrueren we de route die de broers aflegden van Rennes naar Evreux van 26 april t/m 10 mei 1647, met een verslag vol foto’s, video’s, dagboekfragmenten en afbeeldingen.
Helemaal uitgerust van dag één van onze petit tour, beginnen we vroeg aan dag twee. We rijden vandaag richting Caen met onderweg een paar bijzondere tussenstops. Johan en Cornelis doen vier dagen over deze reis. Johan noteert in zijn kasboek dat ze 23 gulden en 18 stuivers uitgeven, vermoedelijk voornamelijk aan reis- en verblijfskosten. Daarnaast wordt er ook geld besteed aan een paar nieuwe laarzen en het verstellen van kousen.
Cherrueix
Net als de broers rijden we langs de kust naar onze eerste tussenstop, Cherrueix, waar Johan en Cornelis 1 gulden en 10 stuivers uitgeven, waarschijnlijk aan een maaltijd. Cherrueix is rond het jaar 1030 door de hertog van Normandië gesticht tijdens zijn oorlog tegen Bretagne. We lopen om de Nôtre Dame, een kerk uit de 14e eeuw. Hoewel de kerk in de loop der eeuwen verschillende keren is verbouwd, zullen de gebroeders een deel ervan nog net zo hebben gezien als wij nu.
Omdat de kerk gesloten is en Cherrueix aan zee ligt, wandelen we ook even naar het strand. Het is eb en de paar minuten dat we bij de branding staan trekt het water zich tientallen meters verder terug. Zouden de broers hun laarzen hebben uitgetrokken en met hun voeten in de branding hebben gestaan? We kunnen vanaf het strand de abdij van Le Mont-Saint-Michel in de verte zien liggen.
Pontorson
Johan en Cornelis doen er de hele dag over om van Saint-Malo naar Pontorson te reizen, terwijl wij hier al vóór de lunch aankomen. Pontorson is een stadje dat al sinds de middeleeuwen bestaat. Vroeger stond hier een groot fort, dat aan het begin van de 17e eeuw op bevel van koning Lodewijk XIII werd afgebroken.
We bekijken de voormalige protestantse kerk, die zij waarschijnlijk hebben bezocht, mogelijk voor of na hun overnachting, waarvoor ze 3 gulden en 15 stuivers neertelden. Helaas is de kerk nu gesloten, dus kunnen we het gebouw alleen van buiten bekijken. Oorspronkelijk gebouwd in de 15e eeuw, werd de kerk in 1590 door Gabriel II de Montgomery in gebruik genomen voor protestantse diensten, een belangrijke stap omdat het protestantisme toen nog weinig steun had in Normandië. Na de afschaffing van het Edict van Nantes in 1685 verloor de kerk definitief haar functie als gebedshuis en werd later als opslagplaats gebruikt. In 1990 werd het gebouw door de gemeente gerestaureerd en voorzien van nieuwe glas-in-loodramen.
Le Mont-Saint-Michel
Op 3 mei 1647 reizen de broers te paard naar het eiland Le Mont-Saint-Michel, dat alleen bij eb bereikbaar is. Ze leggen de afstand van ongeveer 10 kilometer, oftewel 2 mijl, waarschijnlijk af langs de rivier de Couesnon. Deze rivier meanderde vroeger door het landschap, maar na verbreding tot kanaal in de 19e eeuw en de bouw van een dam in de 20e eeuw, is het niet meer te herkennen als de rivier die de broers destijds zagen. Door de regen die ons tijdens onze tocht vaak dwarszit, moeten we ons plan om te gaan fietsen helaas laten varen. In plaats daarvan rijden we vanuit Pontorson met de auto richting Le Mont-Saint-Michel. We parkeren de auto en nemen de shuttlebus naar het eiland.
Le Mont-Saint-Michel, gelegen in een gebied met de sterkste getijden van Europa, dreigde door verzanding zijn eilandstatus te verliezen. Dankzij ingrepen sinds 2005, waaronder de aanleg van een nieuwe afwatering en de afbraak van de verbindingsdijk in 2015, is het eiland opnieuw een getijdeneiland geworden.
Al in de 7e eeuw werd er een kerkje op Le Mont-Saint-Michel gebouwd. De abdijkerk in zijn huidige vorm dateert uit de 14e eeuw, en ook Johan en Cornelis bezoeken deze plek, waar ze de relieken bewonderen. Daarnaast eten de broers bij ‘À la Tête d’Or’, waar ze 2 gulden en 10 stuivers besteden. In de 19e eeuw werd in ditzelfde restaurant een beroemde omelet bedacht door Annette Poulard, een gerecht dat nu onlosmakelijk verbonden is met Le Mont-Saint-Michel: de Omelette de la Mère Poulard.
Zelf laten we de omelet aan ons voorbijgaan. Schuilend voor de regen onder een ingangspoort lunchen we met stokbrood, jam en kaas, en als dessert genieten we van het meegenomen Kouign-Amann-gebak van de bakker uit Cherrueix. Dit rijke, boterachtige Bretonse gebak, met zijn knapperige buitenkant en zachte binnenkant, is een zoete traktatie vol gezouten boter, suiker en deeg. Zo, zittend onder een van de oude gebouwen op het getijdeneiland, proeven we de sfeer van deze bijzondere plek.
Avranches
3 mei 1647: Avranches. We reden door tot Avranches waar we verbleven in ‘Au Trois Rois’ [De Drie Koningen].
Na de lunch vervolgen we onze reis naar Avranches. Johan en Cornelis brengen er de nacht door en geven er 4 gulden en 15 stuivers uit. Avranches is onder meer bekend om het paleis van de bisschoppen, gebouwd in de 12e eeuw. Tijdens de Franse Revolutie diende het als gevangenis, en na de Tweede Wereldoorlog werd het omgevormd tot museum. Helaas is het gebouw sinds dit jaar permanent gesloten voor bezoekers en wordt het nu gebruikt als depotruimte voor de collectie van het voormalige museum.
In Avranches maken we een stop bij de Église Notre-Dame-des-Champs. De gigantische kerk is zowel van buiten als van binnen indrukwekkend. In het park aan de overkant van de weg worden we verrast door een prachtig uitzicht op Le Mont-Saint-Michel en omgeving, een laatste blik op deze betoverende plek voordat we onze reis voortzetten. De broers moeten dit herkenningspunt tijdens hun reis ook voortdurend hebben gezien en elkaar er steeds weer op hebben gewezen, net als wij.
Villedieu-les-Poêles
Waar Johan en Cornelis in Villedieu-les-Poêles een maaltijd genieten bij ‘Au St. Pierre’, maken wij een stop bij de Église Notre-Dame. Deze katholieke kerk, gebouwd in de 15e en 16e eeuw, is waarschijnlijk ook voor de broers een herkenningspunt. Vanwege een bruiloft kunnen we de kerk helaas alleen van buiten bewonderen, waarna we door het charmante stadje wandelen en genieten van de gezellige sfeer.
Pont-Farcy
In Pont-Farcy betalen de broers 2 gulden en 18 stuivers voor een overnachting in de Lion d’Or. Wij maken een stop bij de Église Jean-Baptiste, een kerk met een grote begraafplaats. Dit keer is de deur wel open, en we nemen een kijkje in de stille, verlaten kerk. Als we buitenkomen, plenst het weer.
Het gure weer van vandaag doet ons beseffen hoe het voor Johan en Cornelis geweest moet zijn. Dag na dag te paard, ongeacht de regen. Wij hebben het geluk dat we het grootste deel van de tijd droog in de auto kunnen zitten, wat hun tocht nog indrukwekkender maakt.
Maisoncelles-Pelvey
5 mei 1647: Zondag vroeg reden we naar Maisoncelles-Pelvey (4 mijl) en gebruikten de maaltijd ‘À l’Image St. Marguérite’ [In het Beeld van Sint Margaretha].
Onze laatste tussenstop van vandaag is Maisoncelles-Pelvey, waar Johan en Cornelis lunchen À l’Image St. Marguérite en 3 gulden en 12 stuivers uitgeven. In de stromende regen bezoeken we hier een lavoir, een overdekte plaats aan een rivier waar vroeger de was werd gedaan. Ook de broers laten tijdens hun reis hun kleding wassen. In het kasboek zijn verschillende notities te vinden over betalingen aan een wasvrouw. Zo staat er rond deze tijd vermeld dat ze 15 stuivers uitgeven aan een ‘waster’. Het is goed om te beseffen dat ook zulke alledaagse zaken als het laten wassen van kleding deel uitmaken van hun reis. [zie ook https://www.completefrance.com/travel/lavoirs-the-history-of-french-wash-houses]
Caen
Johan en Cornelis de Witt verblijven in Caen van 5 tot 9 mei 1647.
De laatste etappe van vandaag brengt ons naar Caen. De reis verloopt echter moeizaam door een vreselijk noodweer, waardoor we langer onderweg zijn en uiteindelijk minder tijd hebben om de stad te verkennen. We overnachten in Clos Saint-Martin, hetzelfde hotel waar de broers vijf dagen verblijven. In hun reisdagboek wordt het genoemd als ‘Au Saint Martin’. Het is een historische sensatie om in hetzelfde hotel te slapen, dezelfde trap op te lopen en hetzelfde uitzicht te hebben als Johan en Cornelis.
Morgen verkennen we Caen verder en reizen we door tot Évreux.