Niet iedereen weet dat de historische taalkunde met behulp van fonologische reconstructie en de vroegmoderne grammatica’s vrij nauwkeurig kan bepalen hoe het Nederlands van de zeventiende eeuw geklonken moet hebben. Om de taal en tekst van de zeventiende eeuw dichter bij het grote publiek te brengen, hebben Ineke Huysman (Huygens ING) en Peter-Alexander Kerkhof (Universiteit Leiden) een podcastaflevering gemaakt over het gesproken Nederlands van de zeventiende eeuw aan de hand van het reisjournaal (1645-1647) van de gebroeders de Witt.
In de podcast bespreken zij de tegenstellingen tussen de correspondentietaal van Johan de Witt en de taal van zijn reisaantekeningen, de gekunsteldheid van het geschreven zeventiende-eeuwse Nederlands en hoe wetenschappers desondanks toegang kunnen krijgen tot de alledaagse uitspraak van toen. De podcast is hier te beluisteren.
Daarnaast hebben zij een YouTube-filmpje gemaakt waarin een kleine selectie van De Witts reisaantekeningen in woord en beeld te volgen zijn.
Literatuur:
- Bree, C. van, Leerboek voor de historische grammatica van het Nederlands, 2e uitgave (S.l.: Universiteit Leiden, 2016)
- Kate Hermanszoon, L. ten, Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake (2 delen) (1723)
- Loon, J. van, Historische fonologie van het Nederlands, herziene uitgave (Deurne: Universitas Books, 2014)
- Schönfeld, M., Loey, H. van, Clement, A., Schönfeld’s Historische grammatica van het Nederlands: klankleer, vormleer, woordvorming, 6e druk. (Zutphen: Thieme, 1960)
- Spieghel, H.,Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst (1584)
- Winschooten, W. van, Letterkonst, sijnde het eerste deel van de Neederlandse spraakkonst (1683)