In de derde aflevering van de Omroep Max documentaire De Grooten Tour van de gebroeders De Witt, reist Huub Stapel Johan en Cornelis achterna langs de zuidwestkust van Frankrijk. Eind februari en begin maart van het jaar 1646 reizen ze in het gebied rond Nantes om daarna naar het zuiden af te zakken en via La Rochelle bij Bordeaux uit te komen.
Ondanks, of misschien wel dankzij, het feit dat de broers protestant zijn, zijn ze erg gefascineerd door het katholieke geloof. Ze bezoeken dan ook geregeld een kerk, kapel of klooster. Het is zo anders dan het strenge protestantisme dat ze vanuit huis kennen. De aankleding van de kerken, de manier waarop gepredikt wordt en de zonden die worden vergeven. En natuurlijk de relieken. Zijn ze echt of toch nep? De broers kennen dit fenomeen niet vanuit hun eigen geloof, maar stel dat een reliek echt zou zijn, dan zouden ze zomaar oog in oog staan met het Kruis van Christus.
Op 26 februari 1646 gaat de reis via Champigny-sur-Veude naar het plaatsje Richelieu. In Champigny-sur-Veude bezoeken de broers de zestiende-eeuwse Sainte-Chapelle, waar ze naast de glas-in-loodramen ook verschillende relieken bekijken. Aangekomen in Richelieu bekijken ze het huis van kardinaal Richelieu (de eerste minister van Lodewijk XIII). In het dagboek tekent Johan deze dag ook aan: ‘somma 241’. In totaal hebben de broers nu 241 mijl afgelegd. Een mijl uit de tijd van Johan en Cornelis staat tegenwoordig ongeveer gelijk aan 5,6 kilometer. Ze hebben dus tot nu toe al bijna 1.350 kilometer afgelegd. Hun reis duurt al vier maanden, maar ze zijn nog lang niet op de helft.
Van 28 februari tot 2 maart 1646 logeren Johan en Cornelis ‘Au Trois Pilliers’ (In de Drie Pilaren) in Poitiers. Ook hier bezoeken ze de kathedraal en een van de kerken. Johan beschrijft de wieg van St. Hilarius, waarin krankzinnigen gewiegd kunnen worden om hun verstand terug te krijgen.
De volgende stop op de reis is Loudun, waar de broers drie dagen blijven. Hier gedragen ze zich als ware religieuze ramptoeristen. Op 5 maart bezoeken ze de non Jeanne des Anges, een alom bekend fenomeen dat door demonen en heiligen bezeten is geweest. [Lees meer over hun bezoek aan deze non in het blog van Ineke Huysman.]
De reis gaat verder richting Nantes, waar de broers van 8 tot 18 maart verblijven. Ze bezoeken hier naast de kathedraal ook het klooster van de Karmelieten. Ze zien er een grote processie van verschillende religieuze ordes , waaraan ook de bisschop van Nantes deelneemt. Daar schrijven de broers ook brieven naar huis, onder andere naar hun vader Jacob en naar hun zus Johanna, en ze verzilveren er een wissel van 1.300 gulden.
Voor het laatste stuk van deze etappe trekken Johan en Cornelis via de westkust richting het zuiden, waar ze van 20 tot 26 maart La Rochelle aandoen. Hier zien ze de sporen van de belegering in 1628 toen Richelieu de opstandige protestantse Hugenoten wilde onderwerpen. Van 6 tot 14 april verblijven ze in Bordeaux. Daar wonen ze op 11 april een protestantse preek bij, een halve mijl buiten de stad. Voordat de reis verder gaat, leveren ze opnieuw een geldwissel in. Dit keer voor 300 gulden.
Niet alle reismomenten van Johan en Cornelis zijn ter sprake gekomen in de documentaire van Omroep Max of in de begeleidende teksten. Het volledige reisverslag, inclusief hertalingen en illustraties, is op Google Maps gepubliceerd.
Terug naar de Grand Tour homepage
Marinka Joosten