‘Public affairs professionals’ zijn niet weg te denken uit onze parlementaire democratie. Weinigen zijn bekend met hun 17e– en 18e-eeuwse voorlopers, toen Nederland een Republiek was met een oligarchie als bestuursvorm. Opvallend in de instructie van deze agenten of ‘solliciteurs’ zijn -naast de verschillen- de overeenkomsten in werkwijze met huidige beroepsgenoten.
Bestuurscentrum Den Haag
Vanaf eind 16e eeuw, tijdens de opstand tegen Spanje, ontwikkelde het dorp Den Haag zich tot hét machtscentrum van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Alle belangrijke regeringscolleges en uitvoeringsorganen zaten op het Binnenhof, zoals de Staten-Generaal (de Hoogmogende Heeren), de Raad van State en de Generaliteitsrekenkamer. En ook de Staten van Holland, het bestuur van het rijkste en machtigste gewest in de Republiek. De Oranje-stadhouders woonden met hun familie en hofhouding om de hoek, in het ‘Stadhouderlijk Kwartier’ rond het Buitenhof en de Hofvijver.
Solliciteurs
Deze Haagse bestuurscolleges maakten wetten en beschikkingen, die veel burgers, lokale magistraatscolleges, kerkbesturen, handelscompagnieën VOC en WIC en andere instanties raakten. De afstand tussen regenten en belanghebbenden was groot, zowel letterlijk (de trekschuit was toen het belangrijkste vervoersmiddel) als figuurlijk. Er bestond een soort petitierecht, maar het indienen van zo’n een verzoek- of bezwaarschrift was aan strenge eisen gebonden. Zo ontstond een beroepsgroep van pleitbezorgers, die tegen betaling de zaken waarnamen: de solliciteurs. Een woord afgeleid van het Latijnse sollicitare: in heftige beweging brengen, ijveren voor, verzoeken.
Instructie
Over de taken en dagelijkse werkzaamheden van deze solliciteurs is veel bekend. Zo stelde het college van Hulster Ambacht (het plattelandsgebied rond de stad Hulst, tegenwoordig gemeente Hulst) in 1708 Willem van Thiel aan als solliciteur. Zijn hoofdtaak: ‘‘t manieeren, besolliciteren en bevorderen van alle voorvallende zaken hem aanbevolen, de intrest van ’t collegie, en ’t gemeene corpus van Hulsterambacht (…) eenighsints concernerende, soo voor de hooge als mindere Collegien als mede particuliere personen.’
Van Thiel moest verslag uitbrengen en advies geven over de aanpak van lobbytrajecten, inclusief het op tijd melden van ‘beren op de weg’. ‘Sal gehouden wesen ten minste alle acht of uijterlijck veertien daegen of eer naar gelegentheijt en vereijsch van zaeken de magistraat te adviseren de constitutie van de sweevende zaacken, de selve (ist noot) daarnevens dienen van sijn bericht en consideratien wat daar inne behoorde gedaan te worden, mitsgaders deselve tijdelijck adverteren van de swaarigheden dewelcke soude konnen ontmoeten.’
De solliciteur fungeerde ook als nieuwsagent: de nieuwsvoorziening en het publieke debat was, vergeleken met nu, nog zeer beperkt. ‘Gelijck denselven naar voorvall aan de magistraat alle acht of veertien dage of eer sal communiseren het bijsonderste nieuws ofte andere saacken welcke komen voor te vallen’. In een tijdperk zonder massamedia en internet gingen er makkelijk weken voorbij, voordat geruchtmakend nieuws of een besluit op een verzoekschrift het zuiden bereikte.
Belangrijke taak was het schrijven en indienen van verzoekschriften (‘rekesten’), bezwaarschriften (‘remonstrantiën’) en standpunten (‘memoriën’). Petities aan de Staten-Generaal overhandigde de solliciteur met een mondelinge aanbeveling aan de collegevoorzitter in een ‘antichambre’, naast de Statenzaal. Daarna was het zaak scherp op te letten. Een kwestie van de ‘saecken aanhouden’ (de aanhouder wint!), ‘de memorie ververschen’ (want bestuurders verdwijnen, maar ambtenaren blijven) en voorkomen dat het rekest terugkwam met de opmerking: ‘nihil’. Niemand wil immers ‘nul op het rekest krijgen’!
Belangenverstrengeling was uit den boze: ‘Dat denselven agent niet sal vermogen hem te laten emploijeren in eenige saacken welcke hij soude konnen vermoeden, dat direct ofte indirectelijck ofte bij eenige consequentie soude mogen contrarieren en strijdigh wesen tegen het gemeene intrest vant collegie ende het corpus van denselven ambachte’. Uiteraard was de solliciteur gebonden aan geheimhouding: ‘en voorts moeten secreteren alle saacken welcke hem wegens het collegie sullen worden toe vertrouwt’.
Beeldvorming
Solliciteurs, of ‘stollesteurs’ zoals gewone Hagenezen hen noemden, hadden bij het grote publiek een slechte naam. In pamfletten worden ze ‘quanten’ (zwendelaars) genoemd. En in kluchten speelde het personage solliciteur meestal ook geen positieve rol. Geen wonder gezien een aantal omkoopschandalen, vooral in de 17e eeuw. In 1651 bleek uit een gerechtelijk onderzoek naar de omstreden griffier van de Staten-Generaal, Cornelis Musch, dat een aantal solliciteurs zich door clientèle fors liet betalen om bij Musch zaken te regelen.
Aan de andere kant blijkt uit uitspraken en besluiten van de Staten-Generaal en Raad van State dat men solliciteurs als waardevolle beroepsgroep zag: noodzakelijk én efficiënt om het belang van organisaties en particulieren te vernemen. Over de taak en opdracht van de solliciteur bestond brede consensus onder bestuurders en opdrachtgevers. Opdrachtgevers werkten met een instructie, verschaften hun belangenbehartigers een accreditatie en lieten hen een eed afleggen. In de 18e eeuw stonden zij met naam, toenaam en adres vermeld in de Haagse almanakken.
Nil novi sub sole!
De solliciteur was tijdens de Republiek dus een PA-professional ‘avant la lettre’. Hij moest de belangen van zijn cliënt behartigen middels goede monitoring, gedegen advisering en tijdig de belangen van zijn cliënt bepleiten bij de juiste personen. De solliciteur diende belangenverstrengeling te voorkomen en geheimhouding te betrachten. Exact de eisen die wij aan de PA-professional anno 2019 stellen. Een speciale eed bestaat nu niet meer. Iets ter overweging voor de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) als aanvulling op het Handvest?
Walter Annard, 1 september 2019
(*) Met dank aan uitgeverij Wolters Kluwer overgenomen uit ‘Public affairs in maatschappelijk perspectief. Professional tussen wetenschap en praktijk’. Auteurs: drs. R.H. Coops, drs. S.E.M. van Keep, dr. R. Lange, prof. dr. A. Timmermans en drs. E. van Venetië. ISBN 9789013148305. Dit boek werd op 29 augustus 2019 in Den Haag gepresenteerd. Walter Annard is Hoofd Public Affairs bij Rabobank.