In de roman Musch komen veel namen voor. Sinds de invoering van de burgerlijke stand in 1811 hanteren we een systeem dat weinig veranderd is. In de zeventiende eeuw was zo’n systeem er nog niet; men gebruikte naam en toenaam om aan te geven wie iemand was. Voor veel personages is dat geen probleem. Iemand als Cornelis Musch werd in zijn tijd ook Cornelis Musch genoemd, omdat hij als griffier grote bekendheid genoot. Maar als er verwarring kon ontstaan voegde men een patroniem toe aan de naam.
Patroniem
Patroniemen geven aan wie je vader is. Ze worden meestal afgekort met ‘sz.’ achter de naam van een vader. Omdat in families met een adellijke of patriarchale achtergrond de namen van kinderen vaak vernoemd werden naar vaders of grootvaders, kwamen er in bepaalde families bepaalde voornamen meer voor dan bij andere. Bij Johan de Witt zijn dat de niet bepaald uitzonderlijke namen Jan (Johan), Cornelis, Andries en Jacob.
Johan Johansz. de Witt
Portret van Johan Johansz de Wit, Abraham Ragueneau, 1662
Om de ene Johan van de andere te scheiden werd er een patroniem toegevoegd. Zo wordt een verre neef van Johan de Witt (1618-1676), die ook Johan de Witt heet, meestal aangeduid als Johan Johansz. de Witt (dit in tegenstelling tot onze Johan, die een zoon was van Jacob de Witt en dus het patroniem Jacobsz. droeg). Dat het gebruik van een patroniem in de praktijk soms niet afdoende was, moge blijken uit het feit dat deze neef zich Johan de Wit (dus met één t) ging noemen (1). Dit personage komt in Musch niet rechtstreeks voor (Johan spreekt wel een keer over hem en een brief die staat afgedrukt in het boek is oorspronkelijk voor deze neef geschreven, maar die heb ik aan neef Vivien gericht). In eerder versies had hij wel een rol, maar ik merkte dat het verwarrend werd om drie naamgenoten in één roman op te voeren en heb hem geschrapt. Sorry, Johan Johansz. de Witt! Sta je weer in de schaduw van je beroemdere naamgenoot.
Johan Cornelisz. de Witt
Een andere Johan de Witt is Johan Cornelisz. de Witt (1582-1666). Hij komt in Musch voor als de joviale burgemeester van Woudrichem. Hij was de man aan wie het De Witten-poortje in Woudrichem was geschonken. Helaas voor deze Johan de Witt raakte zijn naam in de loop der tijd in de vergetelheid en noemden de Woerkummers het bouwsel op den duur het Anno-poortje. Omdat er ‘Anno 1611’ onder het familiewapen van De Witt staat.
De Witten-poortje, april 2015.
Evert Lambertsz.
Bij het gewonere volk was het gebruik van een patroniem ook gewoon, zeker wanneer een achternaam ontbrak. Zo heet de postbode die Amsterdam op 30 juli 1650 waarschuwt Evert Lambertsz.: Evert, de zoon van Lambert. Het zou me niets verbazen als diens vader Lambert Evertsz. heette en ook werkzaam was als postiljon.
Omdat het gebruik van patroniemen iets archaïsch heeft en het je voortdurend doet denken aan In de ban van de ring van J.R.R. Tolkien, heb ik besloten om het gebruik ervan in Musch zo beperkt mogelijk te houden. Hopelijk lukt het de lezer om de Johans uit elkaar te houden.
____________________