Op de dag dat Jan Six zijn ontdekking van een nieuwe Rembrandt wereldkundig maakt zit ik naar een tekening te staren en vraag ik mij af of het een échte Rembrandt is wat de datering ervan zou kunnen zijn. De schets waar het om draait ligt in Londen in The British Museum (inv.nr. Oo,9.86) en toont een snelle tekening op papier van een tentenkamp. Ik ken de tekening uit het boekje ‘De prins voor Amsterdam. Reacties uit pamfletten op de aanslag van 1650’ van Simon Groenveld (1967). Groenveld schrijft eronder: ‘Kampement van het Oranjeleger voor Amsterdam. Tekening van Rembrandt van Rijn (1606-1669).’
Inderdaad is het niet moeilijk om in de rechterhoek een authentiek ogende handtekening van Rembrandt te herkennen:
(Detail handtekening Rembrandt. Voor de duidelijkheid iets donkerder gemaakt, JMvT)
The British Museum geeft als omschrijving:
drawing
Object type
Museum number
Oo,9.86
Description
An encampment with soldiers by the roadside; two tents with flags flying on the left of a road, surrounded by numerous figures, two standing conversing at far l. c.1655
Reed pen and dark brown ink with greyish-brown wash; a touch of (later?) grey wash, lower left; ruled framing lines (largely trimmed away) in pen and brown ink.Verso: see Inscriptions.
No watermark.
Producer name
School/style
Date
- 1655 (circa)
Materials
Technique
Dimensions
- Height: 77 millimetres
- Width: 186 millimetres (chain lines horizontal, 32?mm apart)
Inscriptions
Inscription Content
Lower right, in pen and brown ink, ‘Rembrant:’; verso, in graphite, upper left: ’28 [in a circle]’.
Curator’s comments
Entry from Martin Royalton-Kisch, ‘Catalogue of drawings by Rembrandt and his school’, 2010, attributed to Rembrandt, cat. no.84.
The location depicted, the date of the drawing and also its attribution remain uncertain. The period around the mid-1650s seems probable on the basis of the style with its confident and suggestive use of the reed pen. Analogies have been observed with two drawings at Chatsworth, the ‘Amstelveen’ (Benesch 1346) and the ‘View over the Amstel’ (Benesch 1347).[2] Nonetheless, the drawing remains somewhat uncharacteristic for Rembrandt and its attribution is retained here with reservations.NOTES:
[1] A touch of gold leaf on the lower edge towards the right suggests that the drawing was formerly on an eighteenth-century mat with gilt borders.
[2] As suggested by Benesch, 1957/73; he also noted that the style pointed to a later period than the summer of 1650, when William II marched on Amsterdam, which Lugt, 1915/20, had argued was the event that gave rise to the drawing. Nevertheless Lugt’s suggestion remains a possibility, given the uncertainty surrounding the date of the drawing.
Al met al dus helemaal niet zo zeker dat het van de hand van Rembrandt is en dat het een afbeelding is van het tentenkamp van Willem II. Ik besluit een kunstminnende vriend naar zijn mening te vragen, die ik hier niet bij name zal noemen, omdat hij niet weet dat ik zijn woorden weergeef. Hij zegt dat hij twijfelt: ‘ze’ tekenden midden 17e eeuw allemaal op deze manier en de naam zou eraan toegevoegd kunnen zijn om de tekening aan waarde te doen toenemen. De vriend besluit een kenner in de arm te nemen, en niet veel later mailt deze (wiens naam ik eveneens uit privacy-overwegingen onvermeld laat):
Wat die – echte of vermeende – Rembrandt betreft: je moet die arme Groenveld niet te hard vallen, want die heeft het niet zelf bedacht, dat van dat tentenkamp. Dat verhaal komt uit het brein van Frits Lugt, weliswaar een eminent kenner van oude tekeningen, maar vermoedelijk een historicus van likmevessie, dus geloof er maar niet teveel van. Overigens, de tekening is eenvoudig te vinden op de website van het British Museum (inv.nr. Oo.9.86) en wordt daar tegenwoordig gepresenteerd als ‘toegeschreven aan Rembrandt’. Met andere woorden: ze weten het niet zeker en houden een flinke slag om de arm. De meeste kunsthistorici die in het verleden over de tekening hebben geschreven – en die wel in de toeschrijving aan Rembrandt geloven – zijn geneigd het ding omstreeks 1654-55 te dateren, en gaan er dus vanuit dat hier niet het kampement van Willem II kan zijn voorgesteld. Het tekstje op de museum-site door de voormalige conservator oude tekeningen van het British Museum, Martin Royalton-Kisch, een vermaard kenner van Rembrandts tekeningen, is een beetje een slap verhaal. Hij weet niet zo goed wat hij met de tekening aan moet, ’t kan vriezen, ’t kan dooien, Rembrandt of niet? Misschien toch maar niet, maar het ding zondermeer in de prullenbak gooien gaat hem ook weer te ver dus dan maar zo’n fijne wollige kunsthistorische formulering er tegenaan gegooid: ‘…the attribution is retained here with reservations….’ Ja, en dat tentenkamp, daar weet hij ook het fijne niet van, en tja, als die tekening inderdaad uit het midden van de jaren vijftig dateert, dan kan het natuurlijk niet het kamp van Willem II zijn, maar aan de andere kant: dat soort tekeningen is niet zo gemakkelijk te dateren, dus stel nou dat hij van 1650 zou zijn, dan zou het natuurlijk weer wel het tentenkamp van Willem II kunnen zijn. Zo gaat het dus in de kunstgeschiedenis.Hoewel ik ooit een boekje heb geschreven over de tekeningen van Rembrandt in het Rijksmuseum, durf ik mezelf zeker niet te rekenen tot het eminente elite-clubje der Rembrandtkenners van deze wereld. Maar als je mijn mening zou vragen – en als ik jou was zou ik dat zeker niet doen – dan zou ik zeggen dat die tekening echt niet van Rembrandt zelf is. Daarvoor zitten er teveel zwakke plekken in: met name de menselijk figuurtjes zijn van een grootscheepse stunteligheid. Verder is er geen enkele aanwijzing dat dit inderdaad een tentenkamp in de buurt van Amsterdam zou zijn, eenvoudigweg omdat er geen enkel topografisch houvast is te zien. Samenvattend: vertel het niet al te opzichtig verder, maar ik denk dat je vriend Jean-Marc die tekening maar niet een al te prominente rol in zijn boek moet toebedelen.
Ik ben tekenaar en vind de menselijke figuurtjes helemaal niet stuntelig. Ik zie juist een enorme vakkundigheid. Het is voor mij duidelijk dat de schets snel en naar de werkelijkheid is getekend.
De twee soldaten links zijn slechts met een paar lijnen neergezet en geven toch een karakteristieke houding:
Tussen de tenten zitten een paar soldaten op de grond (rond een vuur?). Ook die krabbels verraden virtuositeit:
En de man met de hoed die staart naar drie heren te paard hebben me overtuigd. Om met Jan Six te spreken: ‘Ik zag het in één oogopslag. Dít is een Rembrandt’.
Dit kan niet door een leerling of een volgeling gemaakt zijn. Alleen een kunstenaar van het kaliber Rembrandt kan in korte tijd zo’n schets maken. En waarom zou het niet Rembrandt zelf zijn? Zijn naam staat er toch niet voor niets onder?
Voor mij is het een echte Rembrandt en omdat Rembrandt de schets kennelijk snel gemaakt heeft, ga ik ervan uit dat hij hem naar de werkelijkheid getekend heeft en dat hij inderdaad getuige was van het kampement van prins Willem II en graaf Willem Frederik bij Ouderkerk aan de Amstel in de zomer van 1650. Het is bekend dat Rembrandt in die jaren vaak al schetsend en tekenend in de gebieden rond Amsterdam zwierf. Misschien was hij op het gerucht van een aanval meteen naar het kampement gegaan, in de hoop een paar soldaten te kunnen tekenen? Hij moest dan wel snel schetsen om niet ingerekend te worden door de manschappen van de prins.
In mijn roman Musch komt Rembrandt dan ook (niet al te prominent) voor. Vanwege privacy-overwegingen laat ik het noemen van zijn naam achterwege:
Het bleef ongewoon warm. Sommige soldaten hadden van riet en takken krakkemikkige hutten gemaakt en beschermden zich op die wijze tegen de zon. De nachtelijke verplaatsingen in het onweer hadden de mannen uitgeput. Zelfs als we nog een aanval hadden willen uitvoeren, dan waren de soldaten daartoe niet in staat geweest. We konden niets anders dan wachten. Nieuwsgierigen en durfallen kwamen een kijkje nemen. Ik zag hoe een schilder, met een potsierlijk hoofddeksel waar zijn bruine krullen onderuit kwamen, ongegeneerd schetsen van de rustende soldaten maakte. Ik besloot hem te laten begaan, nu onze komst toch al bekend was. [Musch, hfdst. 18, p. 147]
Misschien moet ik eens aan Rembrandtkenners Ernst van de Wetering of Gary Schwartz vragen naar hun mening over déze Rembrandt.