Donderdag 28 juli 1650
Naar de kerk geweest. Gebeden dat op alle plannen Gods zegen moge rusten en dat de afloop gunstig zal zijn, opdat Gods kerk, Zijne Hoogheids Huis en het gehele land bloeie als nooit tevoren. Heb mijn secretaris Vegelin bevel gegeven alles in gereedheid te brengen voor ons heimelijke vertrek naar Amsterdam morgen. Hij geeft de officieren opdracht zonder enige ruchtbaarheid te verzamelen bij Leidschendam.
Het was heel warm. [Uit: Musch, p. 24]
De dagboeken van graaf Willem Frederik zijn in 1995 uitgegeven onder de titel Gloria Parendi. Een digitale versie is beschikbaar in DBNL. De dagboeken behelzen de jaren 1643-1654. Helaas ontbreekt het jaar 1650. Vermoedelijk is het door de graaf eigenhandig vernietigd.
De dagboekfragmenten van graaf Willem Frederik in Musch zijn niet oorspronkelijk en toch ook weer wel. Dat wil zeggen: ik [JMvT] heb ze samengesteld uit zinnetjes die de graaf zelf geschreven heeft. Vaak heb ik daar teksten uit Glori Parendi voor gebruikt, maar een enkele keer ook teksten die graaf Willem Frederik in brieven geschreven heeft. De zin ‘Gebeden dat op alle plannen Gods zegen moge rusten en dat de afloop gunstig zal zijn, opdat Gods kerk, Zijne Hoogheids Huis en het gehele land bloeie als nooit tevoren‘ komt uit een briefje dat graaf Willem Frederik op vrijdag 29 juli 1650 schreef aan prins Willem II. De brieven van graaf Willem Frederik zijn online te vinden bij de Archives ou correspondance inédite de la maison d’Orange-Nassau van Groen van Prinsterer.